De voorbije weken hebben we het druk gehad in ons klasje. We werkten één week rond het thema 'ballonnen' en twee weken rond het thema 'carnaval'. We hebben veel nieuwe dingen geleerd, gespeeld, geknutseld en vooral veel plezier gehad!
Thema ballonnen
|
De juf had een zak mee naar school genomen. Wat zou daar toch maar in zitten?
|
|
Een ballon! Een ballon met een waterzakje aan zeiden de kleuters meteen.
|
|
Maar wat zagen ze? De ballon had een droevig gezichtje. De kleuters raadden waarom dit zou zijn. De ballon was zeker en vast zijn mama kwijt zeiden ze. En de kleuters hadden bijna gelijk. De ballon was droevig omdat hij helemaal alleen in de klas was, zonder vriendjes,... Dus moesten de kleuters op zoek gaan naar nog meer ballonnen in de klas. Dat moest geen twee keer gezegd worden...
|
|
Na een tijdje zoeken had iedereen wel een ballon gevonden. Er waren heel veel soorten en maten: papieren ballonnen, platte ballonnen, ballonnen met gekke vormen, ballonnen met een touwtje aan,...
|
|
Samen sorteerden we alle ballonnen.
|
|
We deden ook allerlei opdrachtjes met de ballonnen. Sander en Yvo hielden de ballon tussen hun buik en ze moesten proberen tot aan de andere kant van de klas te stappen. Niet moeilijk voor deze stoere jongens!
|
Naomy moest proberen om met een ballon tussen haar benen te springen. Ook dit lukte heel goed!
|
|
We maakten een mooie ballon aan de hand van de knikkertechniek. Wat een leuk effect vonden de kleuters!
|
|
Onze zonnetjes kregen al een iets moeilijkere opdracht: Teken 4 ballonnen van groot naar klein op je blad. Geef de ballonnen mooie kleuren met glanspapier. Iedere ballon moet een andere kleur hebben. Plak lintjes van lang naar kort aan de ballonnen.
|
|
Hoeveel ballonnen hebben we nodig om iets te kunnen laten vliegen? Dit vonden de kleuters een heel leuke activiteit. We oefenden de begrippen: meer, minder, licht, zwaar, hoeveel meer,... Timo probeerde om Bob de Bouwer te laten vliegen.
|
Met 4 ballonnen gaat Bob de Bouwer de lucht in! HOERA!
We deden dit nog met allerlei andere voorwerpen zoals een mes, een blok, een veertje,...
|
|
Kijk eens hoeveel voorwerpen we al hadden laten vliegen. Ze hingen nu allemaal tegen het plafond.
|
|
We oefenden de rangorde in. We mochten de juiste ballon aan het touw aantikken. Nadien mochten de kleuters die durfden de juiste ballon stukprikken.
|
In de namiddag mochten we er vrij voor kiezen om een ballongezicht te maken. We gingen ijverig aan de slag!
|
|
|
|